Uitspraak in de zaak Dexia: de omvang van het inzagerecht

Jurisprudentie

Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden wees in hoger beroep een privacyzaak af; een betrokkene heeft geen geldige reden voor een inzageverzoek nodig en bij de uitleg van het inzageverzoek dient een ruime interpretatie van het begrip persoonsgegeven gehanteerd te worden. Een persoonsgegeven is álle informatie over een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon.

Menig rechtenstudent is bekend met de naam Dexia Nederland B.V. (hierna: “Dexia”) door het effectenlease-arrest. Dat arrest behandelde of de echtgenote ook voldoende belang had bij het indienen van een vordering tot buitengerechtelijke vernietiging. Nu is er opnieuw sprake van een geschil met Dexia, echter ditmaal in het domein Privacy; een inzageverzoek op grond van artikel 35 van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) is onderwerp van het geding.

Per brief van 31 augustus 2017 is Dexia door Leaseproces B.V. (hierna: “Leaseproces”, de gevolmachtigde van de verweerder) verzocht, op grond van artikel 35 Wbp, een volledig overzicht van alle verwerkte persoonsgegevens van de verweerder toe te zenden. Hierop heeft Dexia een overzicht toegestuurd dat volgens haar voldeed aan de vereisten van een inzageverzoek. Echter in het overzicht ontbraken de gegevens van de correspondentie tussen Dexia en Leaseproces, met als verklarende reden dat Leaseproces zelf toegang heeft tot die gegevens. Leaseproces heeft aan Dexia laten weten dat het overzicht niet aan de eisen van artikel 35 Wbp voldoet en verzocht hen om de overige gegevens alsnog toe te zenden. De rechtbank oordeelde dat de verweerder en Leaseproces in haar recht stonden.

Dexia is met twee grieven in hoger beroep gekomen tegen deze beschikking. Dexia stelt de omvang van het inzagerecht ex artikel 35 Wbp ter discussie en stelt dat de rechtbank ten onrechte geen misbruik van bevoegdheid heeft aangenomen. Het hof gaat eerst in op het misbruik van recht.

Misbruik van recht

Dexia stelt dat de verweerder, met zijn inzageverzoek, misbruik maakt van het inzagerecht omdat het verzoek niet is ingesteld vanwege privacyredenen, maar vanwege vermogensrechtelijke belangen. Dexia vindt dat sprake is van misbruik van recht voor zover het verzoek betrekking heeft op persoonsgegevens die zijn vermeld in de correspondentie tussen Leaseproces en Dexia. Dexia is van mening dat het verzoek er enkel is om de B.V. te schaden.

De verweerder bestrijdt dat sprake is van misbruik van recht. Hij geeft aan geen enkel vertrouwen te hebben in het handelen van Dexia en ervan overtuigd te zijn dat Dexia over meer informatie beschikte dan aanvankelijk is verstrekt in het door Dexia gemaakte overzicht. Dit vermoeden bleek ook juist te zijn na ontvangst van de op last van de rechtbank verstrekte gegevens.

Het hof is van oordeel dat van misbruik van recht geen sprake is. Een verzoeker hoeft namelijk geen bijzondere redenen voor het verzoek op grond van artikel 35 Wbp op te geven. Dit geldt nog steeds onder de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), artikel 15 AVG geeft u recht op inzage in ál uw persoonsgegevens, zonder opgaaf van reden.

De omvang van het inzagerecht

Artikel 35 Wbp luidt: “De betrokkene heeft het recht zich vrijelijk en met redelijke tussenpozen tot de verantwoordelijke te wenden met het verzoek hem mede te delen of hem betreffende persoonsgegevens worden verwerkt.” Volgens Dexia legt de rechtbank het begrip “persoonsgegevens” te ruim uit, waarop het Hof stelt dat volgens de definitie in artikel 1 onder a Wbp een “persoonsgegeven,” “elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon” is.
Dexia heeft, naar aanleiding van het bevel dat door de rechtbank is gegeven, aan verweerder een (aanvullend) overzicht van persoonsgegevens verstrekt. In dat overzicht is ook de volledige naam van de echtgenote van verweerder opgenomen. Dit gegeven - in combinatie met de tekst “Naam echtgenote” - is volgens het hof een persoonsgegeven dat Dexia op grond van artikel 35 Wbp had moeten opnemen in het overzicht. Dit betekent dat Dexia terecht is opgedragen alsnog een volledig inzicht te verstrekken, waaronder in dit geval ook correspondentie over deze zaak. Het begrip persoonsgegeven is hier dan ook ruimer dan Dexia had aangenomen.

Dexia werd opnieuw in het ongelijk gesteld. Een persoonsgegeven is álle informatie over een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon. Daarnaast heeft een betrokkene in principe recht op inzage in al zijn of haar gegevens.

Uitspraak Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 25-07-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:6142.

Geplaatst 12-08-19